Gebedslijst
Profetieën over Nederland
*Let op: ik heb besloten om niet langer iets met inzendingen te doen, omdat de site al heel lang niet meer actief geupdate wordt. Mails zijn nog altijd welkom, maar ik zal niks meer op deze site posten.

donderdag 18 september 2008

Generatie Y Deel II

Deel II: Y-ers en de kerk
Door: webmaster, gebedstrijd.blogspot.com

Er is nog veel meer te zeggen over deze generatie. Maar we moeten in gedachten houden, dat het allemaal het beste te begrijpen valt, binnen de context van de multicultuur, de multitasking, de technologische vooruitgang en de dominantie van de generatie Y. Dat zijn de hoofdlijnen van deze nieuwe bevolkingsgroep.
Nu zal ik dieper ingaan op verschillende kenmerken van generatie Y. Tegelijkertijd zal ik analyseren wat zwakke en sterke punten van deze generatie zijn, hoe de kerk hier mee om kan gaan en voorstellen hoe het evangelie gebracht kan worden aan de Y-ers.

Veel ervaringen en toch onervaren. Y-ers hebben op jonge leeftijd vaak meer ervaringen in het leven opgedaan, dan andere generaties, toen die op jonge leeftijd waren. Dat komt onder andere doordat de wereld veel kleiner is geworden. Men reist veel makkelijker rond de wereld dan voorgaande generaties dat deden. Vanwege de multicultuur en het internet is het tevens zo, dat allerlei verschillende culturen en de daarbij komende belevingen naar ons toe zijn gekomen. Y-ers kunnen de wereld in trekken en de wereld is tevens bij hen ingetrokken!
Een andere ontwikkeling is de voortgaande seksuele revolutie. Deze generatie kampt met meer gebroken gezinssituaties en echtscheidingen, dan alles voorgaande generaties. Hoewel men van mening kan zijn dat de ‘seksuele revolutie’ nu aan het einde is gekomen, is het toch een feit dat grenzen verlegd blijven worden. Degenen met seksuele ervaringen zijn steeds jonger en allerlei buitenhuwelijkse seksuele activiteit is al helemaal normaal. Dit was twintig jaar geleden misschien ook zo, maar die veranderingen hebben zich, sindsdien, nog veel meer doorgezet. Belangrijker nog: het proces van die veranderingen lijkt gewoon door te gaan.
Ondanks alle ervaringen op jonge leeftijd, is de generatie niet méér ‘ervaren’ dan de voorgaande generaties op dezelfde leeftijd. Veel Y-ers overschatten zichzelf dan ook. Zo hebben ze op een bepaalde leeftijd misschien wel bergen beklommen, maar nog nooit in een kantoor gewerkt. Ze hebben geproefd van allerlei culturen, maar kunnen niet eens goed spellen. Ze hebben allerlei fouten mogen maken, maar ze kennen niet de consequenties daarvan, omdat ze ervoor beschermd zijn. Hoewel ze dus allerlei ervaringen hebben opgedaan, zijn ze er niet percee meer ervaren door geworden. In die zin zijn ze misschien wel juist naïver dan de vorige generaties.

Zelfverzekerd. Zoals hierboven al is gezegd, is deze generatie vertroeteld. Y-ers zijn over het algemeen met behoorlijk wat aandacht en waardering opgegroeid. Daardoor zijn ze zelfverzekerd. Ze geloven in automatische winsituaties, ook al hebben ze nog weinig gepresteerd. Hun zelfverzekerdheid schijnt echter wel wankel te zijn in hun jonge jaren. Velen ervaren gebrokenheid in hun familie en gezin. Daardoor is die zelfverzekerdheid niet altijd gebalanceerd of sterk. Het gaat dus hierbij, in de kern, om een zelfverzekerde uitstraling en minder om echte zelfverzekerdheid.
In het werkveld en in de kerk hebben Y-ers persoonlijke begeleiding nodig. Dit beleven ze het liefste in de context van een relatie. Ze hebben behoefte aan een leider of coach, die open en eerlijk is. Waarachtigheid is een zeer belangrijk en verwachte eigenschap van een leider. Bij het minst kleine beetje van huichelarij, is de geloofwaardigheid verloren en daarmee het eventuele respect dat is opgebouwd.
Y-ers willen mensen erg graag vertrouwen geven, maar zijn wel zeer snel in het terugtrekken ervan. Degenen die deze jonge mensen willen leiden, moeten betrouwbaar zijn en vertrouwelijk in de omgang. Het moeilijke is dat ze heel gauw hun vertrouwen in iemand kunnen verliezen, maar tegelijkertijd verwachten dat iemand anders hen wel blijft vertrouwen, ondanks dat ze misschien allerlei fouten begaan. Leiders hebben de verantwoordelijkheid om hen te confronteren met de waarheid en moeten hen laten zien dat niemand volmaakt is. Ook het principe van vergeving is belangrijk.
Zogenaamde professionals opperen dat we generatie Y heel veel waardering moeten geven en blijk van vertrouwen, omdat ze dat ook in hun opvoeding gewend zijn geweest. Ik geloof dat dit lang niet altijd een goede zaak is. Ze moeten gaan wennen aan het feit dat ook zij zelf tegenstrijdig zijn. Vanuit dat uitgangspunt kunnen ze ook ruimte aan andere generaties geven om het eventueel fout te doen, net zoals zij zichzelf telkens nieuwe kansen geven na fouten.
Ten slotte wil ik nog stil staan bij de relaties die de mensen uit oudere generatie met de Y-ers aan kunnen gaan. Op het werk en in de kerk zijn Y-ers zeer gewillig om te leren van anderen. Alleen, zoals gezegd, binnen de context van een relatie. Dit betekent tegelijkertijd dat Y-ers een hekel hebben aan ‘bazig’ gedrag. Ze willen een gelijkwaardige relatie met degene waarvan ze gaan leren. Ze willen ook input hebben en werken niet onder dwang. Y-ers komen in botsing met bazig gedrag, omdat hun zelfverzekerdheid niet diep zit.

Gedreven en ongeduldig. Deze generatie is erg gedreven. Y-ers weten wat ze willen en gaan daar ook voor. Ze laten zich niet tegenhouden door mensen die hun in de weg staan of die wel even zeggen wat ze moeten doen. Men zou bijna kunnen zeggen dat ze agressief zijn in het werkveld, maar eigenlijk zijn ze dat slechts voor de dingen die hun hart begeert. Ze zijn doelgericht en zeer actief. Ze houden zich bezig met alles wat hun doelen dichterbij kan brengen. Y-ers mogen dan wel niet zo loyaal zijn aan instanties, maar als eenmaal hun interesse is gewekt, dan leveren ze een enorme bijdrage van tijd en moeite.
Gebrek aan geduld is ook typisch voor Y-ers. Ze willen alles meteen op het moment dat ze ernaar vragen of verlangen. Dat hebben ze onder andere van het Internet geleerd, waar informatie altijd meteen te verkrijgen is. Een andere factor is wellicht de verwende opvoeding die ze als kind hebben genoten. Ze zijn gewend om meteen te krijgen wat ze willen. Dit uit zich ook op de arbeidsmarkt en in het opdoen van allerlei ervaringen.
Ik denk zelf dat dit, in combinatie met een brede nieuwsgierigheid, het grootste zwakke punt van de generatie Y zou kunnen worden. Ze willen vanalles ervaren en dat willen ze gelijk. Dit kunnen we gerust betrekken op alle aspecten van het leven: seks, het religieuze en paranormale, en allerlei andere ervaringen waardoor ze een kick denken te krijgen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat elke Y-er dus onverantwoordelijk leeft. Het wil slechts zeggen, dat de tendens tot een onverantwoordelijk bestaan groter is, en dat morele drempels steeds lager worden.
Of de kerk de taak op zich moet nemen om normen en waarden te leren, is nog maar de vraag. Y-ers zien alles relatief en kunnen nooit door menselijke inspanningen leren om opeens absoluut over normen en waarden te gaan denken. Dat kan alleen God. De kerk heeft veel meer de verantwoordelijkheid om een kwalitatief hoogstaand leven te laten zien. Demonstratie van een heilig leven waarin normen en waarden worden hooggehouden, doet veel meer, dan een paar gedragslessen. Bovendien: is dit niet ook de manier waarop Jezus zijn eigen woorden gezag gaf? Jezus leefde wat hij onderwees en dat moeten wij christenen ook doen.

Scherp en creatief. Deze generatie is slim en creatief. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen op de regel, maar door de informatie die hun voor handen ligt, zijn ze een zelf-lerende generatie geworden. Ze zijn innovatief, creatief, en hebben zelfbedachte oplossingen voor allerlei situaties. Improvisatie is één van de sleutel-termen. Deze eigenschappen zijn nauw verweven met de technologie. Die biedt hun enorm veel informatie aan en ‘gadgets’ met enorm veel toepassingsmogelijkheden. Zo zijn mobieltjes niet alleen meer gemaakt om te bellen, maar ook om multimedia op af te spelen, om te smsen, te mmsen, een adresboek bij te houden en ook voor andere functies. De computer wordt steeds meer het centrale apparaat in huis, waar je praktisch al je andere apparaten op kunt aansluiten. Dit alles schetst oneindig veel mogelijkheden en Y-ers maken daar dankbaar gebruik van.
Een fantastisch mooie eigenschap van de Y-ers is hun inventiviteit. Dit is iets waar de oudere generaties in de kerk niet voor af moeten schrikken. Generatie Y is vooral op technologisch vlak veel slimmer en sneller, maar dat is helemaal niet erg. We mogen Y-ers daarover waardering geven. Beter nog: we zouden moeten uitzoeken hoe die praktische wijsheid ingezet kan worden om de kerk nog beter te kunnen laten functioneren. Als we ideëen van Y-ers serieus nemen en welkom heetten, dan bouwen we bovendien meer vertrouwen op.

Relatie-georiënteerd. Y-ers hebben van hun ouders meegekregen dat relaties belangrijker zijn dan carrière maken. Dit schijnen ze niet verworpen te hebben, hoe egocentrisch ze wellicht op de werkplaats lijken. Ze zijn in die zin postmodern, dat ze ervaringen en relationele banden belangrijker vinden dan rationeel efficient leven (=‘modern’). Dit sluit aan op hun brede interesse in andere manieren van leven. Relaties waarderen ze hoger dan werk. Carrière maken is voor hen lang niet zo belangrijk als dat voor hun ouders en grootouders was. Gezin en vriendschappen zijn veel belangrijker.
Relaties werken door op alle terreinen van het leven. Oudere generaties zijn misschien gewend om werk en prive te scheiden. Generatie Y wil dit alles met elkaar integreren: dat lijkt hen ook nog efficienter ook (hoewel ze de term efficient niet zouden gebruiken). Binnen de context van multi-tasking is dit heel begrijpelijk. Hun leven is zo druk dát ze wel al hun bezigheden moeten integreren! Relaties zijn dus binnen elke context belangrijk.
Ook in de kerk geld: bouw relaties. Leiders die Y-ers willen werven voor hun doelen, moeten relaties opbouwen. Pastorale medewerkers moeten vertrouwen kweken door wederkerigheid in relaties (in ben van mening dat dit goed kan in de kerk, in tegenstelling tot de echte psychologische hulpverlening). Kringen bestaan niet zomaar: ze bestaan om relaties op te bouwen en te onderhouden. Evangelisatie onder Y-ers kan beter door middel van vriendschap dan door de oude methode van het houden van toespraken. We moeten relatie-georienteerd zijn bij alles wat we als gemeente van Christus doen. Bovendien lijkt dit meer op het gemeente-zijn van de eerste gemeente, dan welke methode dan ook.
Wat overigens gezegd moet worden is dat, ondanks dat ze nadruk leggen op relaties, ze een sociaal verarmt leven kunnen leiden. Dat kan liggen aan tijdgebrek door het multi-tasking, oppervlakkigheid doordat technologische communicatiemiddelen écht contact vervangen, en innerlijke gebrokenheid waardoor men simpelweg moeite heeft om zich aan anderen te hechten. Als het sociale leven verarmt, dan is het logisch dat dat gebrek de nadruk krijgt. Maar die extra nadruk op relaties hoeft dus helemaal nog niet te duiden op een kwalitatief goed sociaal leven.

Meer loyaliteit aan zichzelf dan aan hun baas. Onder Y-ers heerst een andere werkethiek, dan onder de vorige generaties. Y-ers werken voor zichzelf en niet voor anderen. Ze jagen dan wel geen carrière na, maar zijn wel erg ik-gericht op de werkvloer. Ze werken omdat ze zichzelf willen voorzien, zichzelf willen ontwikkelen en zichzelf voldoening willen schenken. In deze denktrant past het experimenteren met allerlei functies en soorten werk, wat vaak leidt tot het fenomeen van ‘banen hoppen’. Dat betekent dat ze de ene na de andere baan proberen. En dat, als bepaald werk niet bevalt, men gewoon op zoek gaat naar ander werk. Y-ers hebben dus weinig tot geen loyaliteit aan bestaande instanties. Ze zijn slechts loyaal aan zichzelf en hun dierbaren.
Op het werk en in de kerk willen Y-ers aan de slag. We kunnen ze flink inzetten. Ze hebben erg veel energie en werklust. Alles wat ze nodig hebben is motivatie. Het motiveren van Y-ers werkt overigens net even anders dan bij vorige dominante generaties. Boomers geloofden bijvoorbeeld in hogere en algemene doelen. Die waren gemotiveerd door inhoudelijk waardevolle visies. De generatie Y echter, wordt pas gemotiveerd als ze weet hoe die grote visie hen persoonlijk ten goede komt. De visie die leiders van tegenwoordig hebben, moeten niet alleen gecommuniceerd worden: ze moeten zo gecommuniceerd worden, dat Y-ers begrijpen dat ze er zelf ook bij gebaat zijn.
Zoals hierboven al is genoemd, zijn persoonlijke ontwikkeling, een prettige werksfeer en betekenisvolle doelen zeer motiverend voor hen. Die waarden moeten we gebruiken om jonge Y-ers enthousiast te maken voor het werk dat er is. Dat geldt natuurlijk zowel op het werk als ook in de kerk.

Geen opmerkingen: