Gebedslijst
Profetieën over Nederland
*Let op: ik heb besloten om niet langer iets met inzendingen te doen, omdat de site al heel lang niet meer actief geupdate wordt. Mails zijn nog altijd welkom, maar ik zal niks meer op deze site posten.

donderdag 18 september 2008

Opwekkingen in de bijbel Deel III

Deel III: Opwekking & de Oudtestamentische profeten
Door: webmaster, gebedstrijd.blogspot.com

Dit artikel zal het verschijnsel van opwekking in het licht van de Oudtestamentische profeten onderzoeken. Wat wordt er geprofeteerd over een opwekking, of een geestelijk opleving onder Gods volk? Wordt er door de profeten wel iets over specifieke opwekkingen gezegd, of niet? En wat kunnen we leren van wat er allemaal over gezegd wordt?

Ezechiël
Als we de profeten en profetieën van het Oude Testament nagaan, vinden we de eerste profetie die aan een opwekking doet denken in Ezechiël. In de NBV-vertaling is dit het verhaal van het 'dal vol beenderen'. Dit bijbelgedeelte vinden we in Exechiël hoofdstuk 37.
De profeet Ezechiël wordt door de geest meegevoerd naar een dal vol beenderen. Om het beknopt te houden: Ezechiël moet de woorden van de Heer tegen de beenderen profeteren en overbrengen dat Hij hen tot leven zal wekken. Vervolgens gebeurt dat ook: de botten hechten zich aan elkaar, er komt vlees overheen, en huid, en zo worden de beenderen tot een schepsel van God. Alleen de adem van de Heer moet nog in de lichamen varen. Wanneer dat gebeurt, ziet Ezechiël een menigte van mensen.
In dit tafereel word het 'tot leven wekken' wel heel letterlijk uitgeschilderd. Toch heeft de uitleg van dit beeld op het eerste gezicht niet veel met opwekking te maken. Want in de verzen 11-14 wordt uitgelegd wat de boodschap van dit beeld is. God zal zijn volk terug halen uit de ballingschap, en Israël zal hersteld worden tot een levendig volk. De betekenis op zich heeft dus nog niet veel te maken met een opwekking.
Maar voor een goede beoordeling van het stuk, is het zeer belangrijk om de context waarin het verhaal staat, te bestuderen. In hoofdstuk 36 word er namelijk al over het thema van hoofdstuk 37 gesproken. Daar gaat het ook al over wat God uiteindelijk met het volk zal doen en hoe Hij daar doorheen zichzelf zal verheerlijken. God zal 'zuiver water' over Israël uitgieten (36:25) en het volk reinigen van alles wat onrein is. God zegt zelfs in 36:27: "Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven." Hier word dus over hetzelfde gebeuren gesproken, maar nu op een geestelijke manier. God zal zijn volk herstellen, zowel sociologisch als ook geestelijk.
Ook moeten we verder dan het verhaal zelf kijken: naar het dal vol beenderen, volgt er namelijk een verhaal dat over de eenheid van het volk gaat (37:15-28). In dit verhaal word de eenheid van het volk benadrukt. Ook komen er andere elementen in voor die doen denken aan een geestelijk opleving. Israël zal niet langer afgoderij plegen en de Heer zal altijd in hun midden aanwezig zijn. Het is dus duidelijk dat de context een aanvulling bied op de uitleg van 'het dal vol beenderen'.



Wat vinden we in dit verhaal over opwekking terug?
1) Om te beginnen natuurlijk het 'opgewekt' worden uit een geestelijke dood. De mensen zullen een nieuw hart krijgen, waardoor ze weten wie God is. De Geest zal de mensen tot leven wekken. Het is dus ten eerste een soevereine daad van de Geest van God in het innerlijk van de mens.
2) Het woord van God heeft een zeer belangrijk plaats: het profeteert nieuw leven over de beenderen en is zo doende scheppend van aard. Door het woord wordt er nieuw leven geschapen. Het is het woord van God dat de mensen doet opstaan. De tweede eigenschap die we dus kunnen noemen is dat het woord van God zeer krachtig wordt toegepast, net zoals in opwekkingen.
3) Israël en de omringende volken komen onder de indruk van Gods grootheid en heiligheid. Dit gegeven wordt telkens in de tekst benadrukt, doordat er opvallend vaak gezegd wordt "en men zal beseffen dat ik de Heer ben".
4) Ook is het noemenswaardig dat God 'bij hen zal wonen' (37:27). Er zal dus waarschijnlijk een voortdurend besef zijn van de tegenwoordigheid van God.
5) De eenheid van het volk is een zeer duidelijk element in deze gebeurtenis, die ook voorkomt in opwekkingen.
6) De maatschappij van Israël zal er drastisch door veranderen.
7) Hoewel er niets over evangelisatie staat, zal door dit hele gebeuren wel de hele wereld weten dat God de Heer is.

Tot nu toe lijkt dit dus op een profetie over een opwekking in Israël. Als we nu de definitie van het begrip 'opwekking' er naast leggen, hoeveel blijft er dan over van deze veronderstelling? Ten eerste is het gebeuren een soeverein werk van de heilige Geest. Ook wordt het volk van God vanuit haar doodsheid innerlijk tot leven gewekt. Verder wordt het volk door de tegenwoordigheid van een Heer doordrenkt. God zal de harten zelf veranderen door de inwerking van de geest. Verder kunnen we zeggen dat dit alles een blijvende zegen voor de betrokkenen, buitenstaanders en maatschappelijke omgeving zal zijn.
Als we dit alles in ogenschouw nemen lijkt het er dus sterk op dat hier sprake is van een opwekking. Een opwekking onder de Joden. Er is echter één tegenargument: we weten niet hoe 'plotseling' deze dingen zullen gebeuren. Als deze profetieën in de loop van de eeuwen in vervulling gaat, dan spreken we niet over een opwekking. Maar als dit alles op één moment in de geschiedenis gebeurt, dan wel. Als we echt willen weten of hier een opwekking beschreven staat, moeten we dus onderzoek doen naar de tijdspan waarin dit alles gebeurt. Dit gaat echter te ver om in dit artikel op te nemen.

Hosea
Hoewel er veel profeten iets te zeggen hebben over een innerlijke herleving van het volk Israël, zijn er maar een paar plaatsen in het Oude Testament waar er veel elementen tegelijk van worden opgenoemd. Hosea hoofdstuk veertien word niet veel geassocieerd met opwekking, maar is wel een plaats waar veel elementen van het verschijnsel opwekking in terugkomen. We behandelen vers 5-9.
Karakteristieken van opwekking die in dit gedeelte terugkomen zijn onder andere de tegenwoordigheid van God ('toeven in zijn schaduw' vs.8) en het feit dat God 'als de dauw voor een lelie' (vs.6) leven zal brengen in zijn volk. Er staat verder dat God hen zal genezen van hun ontrouw, wat dus het aspect van heiliging in zich heeft. Overigens staat er, wat betreft heiliging, ook dat het volk van Israël niets meer met afgoden te maken zal willen hebben. Ook zal het volk door dit alles 'vruchten dragen' en zo dus een zegen kunnen zijn voor anderen.
Wat hier wordt geprofeteerd gaat over iets dat een soeverein werk van God is; iets dat de harten van de mensen tot leven zal brengen. Ook zal het een zegen zijn voor de betrokkenen. Maar we stuiten hier wel op een vraag, die we ook hadden bij het 'dal vol beenderen': zal dit alles wel 'plotseling' gebeuren? Verder kunnen we ons afvragen hoeveel er qua evangelisatie in deze gebeurtenis voor zal komen. Er staat over beide vragen helemaal niets. Maar dat hoeft niet automatisch te betekenen dat er geen sprake is van een opwekking. We weten het simpelweg niet.

Joël
Hoofdstuk 3 uit het boek Joël is natuurlijk één van de meest besproken teksten uit de bijbel die met opwekking geassocieerd worden. (Let op, alleen in de NBV is dit hoofdstuk drie. In andere vertalingen zijn deze verzen anders genummerd.) We gaan kijken wat er allemaal over opwekking gezegd word.
Het eerste wat in het oog springt is natuurlijk de uitstorting van de Heilige Geest. Deze keer blijft het niet bij een koning, een profeet over een ander individu, maar strekt het zich uit over 'al wat leeft'. Mensen van allerlei leeftijden en uit allerlei standen zullen profeteren, dromen dromen en visioenen zien. Ook zal er sprake zijn van tekenen en wonderen aan de hemel en op de aarde. 'Groot en ontzagwekkend' zal die dag zijn, de dag van de Heer. De grootheid en heiligheid van God zullen groots geopenbaard worden. Tenslotte staat er dat iedereen die de naam van de Heer aanroept, gered zal worden.
Wonderen, tekenen, de gaven van de Geest, de openbaarwording van Gods grootheid en heiligheid; het zijn allemaal elementen van een opwekking. Toch vraag ik me af: waar blijft het diep gebedsleven, de passie voor de Schrift, de eensgezindheid, enzovoorts? Deze dingen ontbreken.
Dit betekent echter nog niet dat er niet over een opwekking word gesproken! Als we de definitie van opwekking er bij nemen, komen we een heel eind. Ten eerste is bijna alles wat hier gebeurt een soeverein werk van de Heilige Geest. Ten tweede worden degenen die er voor kiezen, gered van de dood en tot nieuw leven gebracht. Ook Gods volk wordt vervult met de Heilige Geest. Belangrijk gegeven is, dat dit vrij snel op één moment in de geschiedenis lijkt te gebeuren. Het is een drastisch ingrijpen in de wereld zoals wij die kennen. Sterker nog; zowel uit de tekst zelf als ook uit de literaire context kunnen we opmerken dat dit schriftgedeelte over de dag van de Heer gaat.Nu we weten dat de tekst gaat over de dag van de Heer (en overigens een gedeelte over wat daar aan voorafgaat), word ons ook veel meer duidelijk. Dit is namelijk de reden waarom er geen sprake is van bepaalde opwekkingskarakteristieken: het gebedsleven zal logischerwijs een andere vorm aannemen wanneer de Heer terug komt; de bijbel zal niet meer nodig zijn aangezien heel de schriftwoord vervult zal zijn (dit staat overigens even los van de discussie of de bijbel er nog wel zal zijn in de hemel); en eensgezindheid zal natuurlijk een vanzelfsprekendheid zijn.
Hoewel deze tekst uit zichzelf niet bedoelt is als een tekst over opwekking, kunnen we toch spreken over een opwekking tijdens de dag van de Heer. Blijkbaar is de dag van de Heer te verenigen met het verschijnsel van opwekking. Is de dag van de Heer niet misschien de meest ultieme opwekking die er kan zijn? Wat in ieder geval wel zo is, is dat het koninkrijk van God op die dag volledig zal doorbreken. En elke opwekking die er is, is een doorbraak van het koninkrijk van God.



Zacharia
Om te kijken wat de profeet Zacharia over opwekkingen heeft te vertellen, bakenen we de tekst van hoofdstuk 12 en 13 af van 12:9 tot en met 13:6. Dit tekstgedeelte spreekt over een moment van groot berouw onder het volk van Israël.
Er staat dat God het 'huis van David' zal vervullen met een 'geest van mededogen en inkeer'. In de Statenvertaling staat 'een Geest der genade en der gebeden'. Er zal dus in de geschiedenis een moment komen dat Israël berouw heeft en tot inkeer komt. Het volk zal zich opnieuw tot de Heer wenden. Ook staat er dat er 'op die dag een bron [zal] ontspringen, waarin de nakomelingen van David en de inwoners van Jeruzalem hun zonde en onreinheid kunnen afwassen'. Verder zullen de afgoden uit het land verwijdert worden en zullen valse profeten gestraft worden.
Dit stuk profetie laat verschillende eigenschappen van een opwekking zien. Doordat de Heilige Geest beweegt onder de mensen en in ze komt wonen ontstaat er berouw. Ook zorgt God ervoor dat de mensen een hart van gebed krijgen. Men zal zich weer naar God toe wenden en 'over degene die ze hebben doorstoken', dat is Jezus, ‘rouwen’. In andere woorden: een heel volk zal zich bekeren en erkennen dat Jezus leeft.
We zien dus dat het veel weg heeft van een opwekking. Toch is het twijfelachtig of dit het ook is. De profetie lijkt nogal eenzijdig, aangezien het alleen over berouw en de uitstorting van de Geest gaat. Als we nu de definitie van opwekking er naast leggen, zal blijken dat het toch wel meevalt. Het is meer een opwekking dan we denken! Het is immers een soeverein werk van de Heilige Geest. Ook wordt het volk van God vanuit haar doodsheid tot leven gewekt. Verder wordt men op een plotselinge en krachtige wijze doordrenkt van Gods levenskracht en tegenwoordigheid. En bovendien is het zeker weten een zegen voor de betrokkenen, buitenstaanders en de gehele maatschappij.
Hier is, naar mijn mening, sprake van een zeer krachtige en bijzondere opwekking. Het was dan waarschijnlijk niet de bedoeling van de schrijver om over een opwekking te spreken; toch word hier een opwekking beschreven.
Het bijzondere eraan, is dat er geen opvallende wonderen en tekenen hoeven te gebeuren (iets waar wij moderne christenen soms teveel de nadruk op leggen). Ook is er hier geen sprake van geweldige Geestesgaven of iets dergelijks. Iedereen is gelijk en weet zijn plek tegenover de Allerhoogste. Verder lezen we ook niets over lichamelijke manifestaties. Niet dat die er moeten zijn. Maar vaak komen ze wel voor in opwekkingen. Dit alles is heel bijzonder. Hier wordt geprofeteerd over opwekking in de meest pure vorm!

Opwekking & de Oudtestamentische profeten
In dit artikel hebben we bijbelgedeelten bestudeerd van de profeten, naar aanleiding van wat ze over opwekking te zeggen hebben. Van de profetieën uit Hosea en Ezechiël kunnen we niet goed bepalen of er over opwekkingen word geschreven. Joël en Zacharia echter, geven wel voldoende reden om de inhoud van hun profetieën als opwekking te beschouwen.
Er moet wel bij gezegd worden dat deze teksten niet bedoelt zijn om over 'komende opwekkingen' of iets dergelijks te profeteren. De teksten gaan eerder over de dag van de Heer en de bekering van de Joden in de toekomst. Toch zijn deze gebeurtenissen inhoudelijk hetzelfde als wat er gebeurde tijdens opwekkingen uit de kerkgeschiedenis.

Wat bijna nergens voorkwam in de Oudtestamentische, historische, verhalen, vinden we terug bij bijna alle profeten: de uitstorting van de Heilige Geest. Het blijkt dat deze gave van God een essentieel onderdeel is van opwekkingen. Opwekkingen kunnen er onmogelijk zijn zonder de uitstorting van de Heilige Geest. Het is de Geest die wonderen doet; het is de Geest die berouw geeft, het is de Geest die de harten van de mensen tot de Heer neigt. Vandaar dat in de tijd van het Oude Testament, waarin de Geest nog niet was uitgestort, er geen opwekkingen plaatsvonden. Alles wat we uit de studie van het Oude testament halen, is dat er zonder de Geest geen opwekking is. Zonder de Geest is er niet die grote doorbraak van Gods koninkrijk. En zonder de doop in de Heilige Geest is het onmogelijk dat er massa's mensen tegelijkertijd bekeerd zouden worden.

Wat ook genoemd moet worden, is dat voor de profeten 'de dag van de Heer' een zeer besproken onderwerp is. Alle profetieën waarvan de vervulling enigszins op een opwekking lijkt, hebben te maken met de dag van de Heer. Zoals we in het artikel 'Opwekkingen & de tijd van het OT' hebben geleerd, zijn opwekkingen eigenlijk niets meer dan 'uitbarstingen' van het koninkrijk van God in deze wereld. Dit feit word door de profeten veel duidelijker. Elke opwekking is eigenlijk een 'dag van de Heer'. Maar de ultieme opwekking, de opwekking waarmee het gehele koninkrijk van God aanbreekt over heel de aarde, begint met de - 'echte' - dag van de Heer.

Geen opmerkingen: